Richteren 11:2

SVGileads huisvrouw baarde hem ook zonen; en de zonen dezer vrouw, groot geworden zijnde, stieten Jeftha uit, en zeiden tot hem: Gij zult in het huis onzes vaders niet erven, want gij zijt een zoon van een andere vrouw.
WLCוַתֵּ֧לֶד אֵֽשֶׁת־גִּלְעָ֛ד לֹ֖ו בָּנִ֑ים וַיִּגְדְּל֨וּ בְֽנֵי־הָאִשָּׁ֜ה וַיְגָרְשׁ֣וּ אֶת־יִפְתָּ֗ח וַיֹּ֤אמְרוּ לֹו֙ לֹֽא־תִנְחַ֣ל בְּבֵית־אָבִ֔ינוּ כִּ֛י בֶּן־אִשָּׁ֥ה אַחֶ֖רֶת אָֽתָּה׃
Trans.watēleḏ ’ēšeṯ-gilə‘āḏ lwō bānîm wayyiḡədəlû ḇənê-hā’iššâ wayəḡārəšû ’eṯ-yifətāḥ wayyō’mərû lwō lō’-ṯinəḥal bəḇêṯ-’āḇînû kî ben-’iššâ ’aḥereṯ ’ātâ:

Algemeen

Zie ook: Huis, Jefta

Aantekeningen

Gileads huisvrouw baarde hem ook zonen; en de zonen dezer vrouw, groot geworden zijnde, stieten Jeftha uit, en zeiden tot hem: Gij zult in het huis onzes vaders niet erven, want gij zijt een zoon van een andere vrouw.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תֵּ֧לֶד

baarde

אֵֽשֶׁת־

huisvrouw

גִּלְעָ֛ד

Gileads

ל֖

-

וֹ

-

בָּנִ֑ים

hem ook zonen

וַ

-

יִּגְדְּל֨וּ

groot geworden zijnde

בְֽנֵי־

en de zonen

הָ

-

אִשָּׁ֜ה

dezer vrouw

וַ

-

יְגָרְשׁ֣וּ

stieten

אֶת־

-

יִפְתָּ֗ח

Jeftha

וַ

-

יֹּ֤אמְרוּ

en zeiden

ל

-

וֹ֙

-

לֹֽא־

niet

תִנְחַ֣ל

erven

בְּ

-

בֵית־

tot hem: Gij zult in het huis

אָבִ֔ינוּ

onzes vaders

כִּ֛י

want

בֶּן־

zijt een zoon

אִשָּׁ֥ה

vrouw

אַחֶ֖רֶת

van een andere

אָֽתָּה

gij


Gileads huisvrouw baarde hem ook zonen; en de zonen dezer vrouw, groot geworden zijnde, stieten Jeftha uit, en zeiden tot hem: Gij zult in het huis onzes vaders niet erven, want gij zijt een zoon van een andere vrouw.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!